De Onafhankelijkheidsoorlog
Eén dag na de oprichting van de Joodse staat Israël vallen de legers van de Arabische landen (Egypte, Irak, Libanon, Syrië en Jordanië) het jonge land aan: de Onafhankelijkheidsoorlog.
Vijf tegen één...
Egypte rukt op vanuit het zuiden tot dicht bij Tel Aviv. Het leger van Trans-Jordanië (het 'Arabisch Legioen') is het beste van het Midden-Oosten: het wordt getraind door de Engelsen! Het heeft ook een Engelse bevelhebber: Glubb Pasha. Het is dus een geduchte tegenstander! Als zij de Joodse wijk in Jeruzalem afsluiten, leggen de Israëli's een extra weg aan om deze mensen te bevoorraden. Maar de Arabieren zijn vastbesloten om Israël uit te roeien. “Dit wordt een enorm bloedbad, net zoiets als bij de Kruistochten!"
► Glubb Pasha, de Engelse bevelhebber van het Arabisch Legioen. Op de grote foto (uit 1946) zie je hem links. Vooraan (derde van rechts) staat koning Abdoellah van Jordanië. Achter hem zijn 10-jarige kleinzoon Hoessein, die zes jaar later koning zal worden
De Jordaniërs richten verwoestingen aan in de Joodse wijk van Jeruzalem: er worden veel synagogen vernietigd. De Jordaniërs weten Judea en Samaria in te nemen. Ze noemen dat de 'Westbank', de westelijke oever van de Jordaan. Toch: op 10 juni komen de strijdende partijen een bestand overeen van vier weken. Maar Israël zit niet stil: de Joodse strijders hebben een sterk leger van honderdduizend man gevormd: de Haganah. Als de strijd wordt hervat weten de Joden delen van Galilea te veroveren, maar dat lukt niet met de Oude Stad van Jeruzalem. De Israëli’s dringen de Sinaï-woestijn binnen om de Egyptenaren te verjagen, maar veel verder komen ze niet omdat Engeland en Amerika tussenbeide komen. Egypte bezet de Gazastrook. En dat zal nog bijna 20 jaar zo blijven.
Vluchtelingen
Meer dan 600.000 Arabieren vluchten, uit vrees voor de gevechten, maar óók worden ze door de Arabische leiders daartoe aangemoedigd. Ze zeggen: Als de Joden zijn verdreven, kunnen jullie wel weer terug! Hierdoor is het voor de Arabieren gemakkelijker om Israël te bombarderen zonder Palestijnen te treffen. Ook zijn veel Palestijnen bang dat ze - áls ze blijven - later als collaborateurs (medewerkers) van de vijand (de Joden!) zullen veroordeeld worden. Net als bij ons de NSB'ers na de Tweede Wereldoorlog...