Terreur en vrede


De Palestijnse terreur gaat door. Er zijn meerdere groeperingen van strijders die het op Israël gemunt hebben. In mei 1970 is er een raket(!)aanval op een schoolbus in een mosjav in Noord-Israël. Daarbij vallen twaalf slachtoffers. In mei 1974 wordt een school in Ma’alot aangevallen, met als trieste resultaat 27 doden. De meeste ervan zijn kinderen. Naar aanleiding hiervan meldt een Palestijns radiostation: “Duizend groeten aan de helden van Ma’alot”. Daarvoor moet je dus een held zijn, om weerloze kinderen het leven te benemen…

   Entebbe 1976   

Een terroristische actie die heel erg bekend is geworden is die van Entebbe. Dat is een stad in Oeganda. Dit Afrikaanse land wordt geregeerd door president (of beter: dictator) Amin, die een vreselijke hekel aan de Joden heeft. In 1976 grijpt hij zijn kans. Wat gebeurt er? Enkele kapers nemen een Frans vliegtuig over dat juist vanaf Athene is opgestegen, met ongeveer 100 Israëli’s aan boord. Ze dwingen het toestel naar de luchthaven van Entebbe. Ze dreigen alle Joodse passagiers te doden als er niet snel een aantal Palestijnse gevangenen wordt losgelaten.

   Ontknoping   

Israël plant een bevrijdingsactie. In de nacht van 4 juli landen commando’s op het vliegveld van Entebbe. Ze zijn slim: om het luchthavenpersoneel te misleiden maken ze gebruik van een zwarte Mercedes. Daardoor is het net alsof de Oegandese president (die daar wel vaker komt) in aantocht is… Er ontstaat een vuurgevecht met de terroristen. Na een goed halfuur is alles achter de rug. De kapers zijn gedood. Bijna alle Joodse gijzelaars worden gered. Vóór hun terugtocht vernietigen de commando’s ook nog elf Oegandese straaljagers, zodat ze niet kunnen worden achtervolgd.


► Israëlische commando's met 'hun' Mercedes    beeld: IDF - detail

Een van de Israëlische passagiers, een 75-jarige vrouw, wordt in een ziekenhuis behandeld. Maar de handlangers van Amin weten haar te vinden; zij wordt zonder pardon vermoord. Helaas is ook de 30-jarige leider van het Israëlische team gesneuveld. Naar hem is deze dramatische reddingsactie wel genoemd: Operatie Jonathan.
De bevrijde Israëliërs worden onder grote belangstelling en met vreugde en dankbaarheid onthaald op het vliegveld van Tel Aviv.

   Een moedige daad   

Het volgende jaar gebeurt er iets bijzonders. In november 1977 komt de Egyptische president Sadat naar Israël. In de Knesset (het Israëlische parlement) houdt hij een toespraak. Niet te geloven! Egypte en Israël zijn toch gezworen vijanden van elkaar? Maar Sadat zegt: Ik ben hier gekomen om vrede te sluiten. We willen in vrede met u leven, en niet onder de voortdurende dreiging van de wapens. Ik heb er lang over nagedacht. Ik weet dat dit een groot risico inhoudt.

Wat zit hierachter? Wil Sadat graag Amerikaanse steun voor zijn land? Misschien, want die heeft Egypte hard nodig. Toch is het een moedige daad van deze man. Hij heeft niet eens overleg gepleegd met de andere Arabische landen. Die zijn er in het algemeen niet blij mee. Zeer verontwaardigd, om het zacht uit te drukken.

   Vrede met Egypte   

Egypte wil natuurlijk de Sinaï terug. Die wordt namelijk al tien jaar lang door Israël bezet. De Joodse leiders zijn eerst niet zo enthousiast, maar de komst van Sadat heeft grote indruk op de mensen gemaakt. Er worden onderhandelingen gestart, met bemiddeling van de Amerikaanse president Carter. Tenslotte worden in 1979 de zogeheten Camp David-akkoorden gesloten.