Op eigen benen
Na de Sinaï-veldtocht van 1956 heeft Israël eigenlijk niets gewonnen. Behalve dan rust aan de zuidgrenzen. Maar er breekt een periode van ongeveer 10 jaar aan, waarin de welvaart toeneemt.
Respect voor Israël
De bevolking zal van zo’n 2 miljoen toenemen tot bijna 3 miljoen. De economie gaat vooruit, de landbouw bloeit; er worden zelfs producten uitgevoerd. De steden groeien, er worden industrieën gevestigd. Het land krijgt internationaal steeds meer aanzien en respect. Onder andere door de technische kennis van de Joden en de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek.
Israël drijft handel met oosterse landen vanuit Eilat, via de Golf van Akaba en de Rode Zee. Het land groeit duidelijk toe naar volwassenheid. Israël, hoewel het zelf nog tamelijk arm is, doet zelfs aan ontwikkelingshulp! In meer dan 60 landen! Artsen, technici, landbouwkundigen worden uitgezonden om hulp te bieden. Andersom: duizenden buitenlanders volgen in Israël een opleiding! Door andere landen wordt druk uitgeoefend op de Arabieren om vrede te sluiten met Israël!
Nasser roert de trom...
De grote vriend van Israël blijkt Frankrijk te zijn. Dat land levert veel wapens aan de Joden. Maar Rusland levert oorlogsmateriaal aan de Arabieren. En de Verenigde Staten? Die hadden een tijdje Egypte geholpen met zijn ontwikkeling, maar ze ontdekken al snel dat Nasser heerszuchtig is. Dat hij een nieuwe Farao wil worden en de baas spelen over de andere Arabische landen. Dan leveren zij (na 1960) ook tanks en raketten aan Israël. Later zelfs bommenwerpers. Nasser is hier helemaal niet blij mee. “De Amerikanen moeten maar zeewater drinken”, gromt hij.
► Premier David Ben Goerion (links) met de Franse president De Gaulle (1960)
Maar Israël staat wel tegenover een 40-voudige overmacht (als je let op het grote aantal Arabieren). Toch is het gevaar voor de Joden minder groot dan je zou denken. De Arabieren hebben veel onderlinge ruzies en conflicten. En Nasser maar schelden als het allemaal niet naar zijn zin is! Vooral veel herhalen, dat de Joden eropuit zijn om hun macht uit te breiden. Israël heeft natuurlijk het oog op het gebied richting de Eufraat en het gedeelte van Egypte waar vroeger de Israëlieten (in de tijd van Jozef) gewoond hebben Ja, vast!
Pijpleiding
Rond 1964 wordt de haat tegen Israël nieuw leven ingeblazen. Er wordt een speciale organisatie opgericht: de PLO (Palestine Liberation Organization). Wat het doel van deze club is, maakt de naam wel duidelijk: de bevrijding van Palestina. En dat kan alleen als de Joden uit het land worden verdreven.
In die tijd komt ook de pijpleiding klaar die de Israëli’s hebben aangelegd vanuit Galilea naar de Negev-woestijn. Die is bedoeld voor irrigatie (waterbevloeiing) om landbouwgewassen te kunnen kweken. De Arabische leiders zitten in de hoogste boom. Dit geeft Israël immers teveel voordeel vergeleken met de inwoners van de Jordaanoever. Bovendien vrezen ze dat daardoor de economie van Israël zal verbeteren. En dat de Joden dit zullen aangrijpen om nog méér immigranten in de Negev te huisvesten. Moet je dat willen? Er breekt een kleine 'wateroorlog' uit als de Arabieren proberen een flink deel van het water van de Jordaan af te tappen voor eigen gebruik.