De jonge staat


   De wapens zwijgen   

Na de stichting van de staat Israël in 1948 volgen nog vele maanden van gevechten tussen Joden en Arabieren. Pas in 1949 wordt een wapenstilstand getekend. Dat wordt heel slim aangepakt: het gebeurt met ieder land afzonderlijk. Eerst met Egypte. Dan met Jordanië. Vervolgens wordt 'vrede' gesloten met Libanon en Syrië. En dat alles met hulp van de Verenigde Naties. Voor de Joden is het heel gunstig dat de Zee van Tiberias onder hun beheer komt, in verband met de belangrijke watervoorziening. Maar de Arabische landen zullen steeds blijven herhalen dat al deze overeenkomsten slechts 'voorlopig' zijn...

   Een kronkelende grens   

Sommige delen van het gebied dat eigenlijk voor de Palestijnen was bedoeld, komen bij Israël. Bijvoorbeeld het stuk tussen Jeruzalem en de Middellandse Zee en een gebied tegen de grens met Libanon aan. Ondanks dat de Israëliërs tegenover een grote overmacht staan, worden ze niet 'de zee ingedreven'. Integendeel: Israël komt zelfs nog iets groter (ruim 20%) uit deze oorlog. Maar Egypte heeft de Gazastrook bezet. En Jordanië de Westbank (Judea en Samaria).


Een kronkelende grenslijn na 1949
Generaal Dayan (tweede van rechts) met zijn manschappen

Er komt een lange kronkelende grenslijn tussen Israël en de buurlanden. Dat zal nog 18 jaar zo blijven. Egypte en Jordanië hebben dus de Palestijnse gebieden in handen gekregen. Nu we het daarover hebben: wat is dat een mooie gelegenheid om de uit Israël gevluchte Arabieren een goede woonplek te geven! Maar er wordt al die jaren niets mee gedaan. Liever hebben de Arabische landen dat de hele wereld eens kan zien hoe wreed die Israëli's zijn tegenover de Palestijnen...

   Zelfvertrouwen   

Het lijkt steeds beter te gaan met de jonge staat. Op 11 mei 1949 wordt Israël toegelaten als lid van de Verenigde Naties. Dit is een geweldige erkenning! De landen weten nu: je kunt niet meer om Israël heen.

In 1953 wordt Moshe Dayan opperbevelhebber van het Israëlische leger. Dit leger (de Tsahal) was al opgericht in 1948, midden in de strijd voor de onafhankelijkheid. Deze man, die heel populair en bekend is geworden (ook vanwege zijn ooglapje), is vol zelfvertrouwen. Het leger wordt sterker gemaakt. En dat is nodig ook! Want in de jaren 50 hebben de Israëlische burgers erg te lijden van terroristische aanvallen door de Arabieren. Deze overvallers worden fedayeen genoemd.

   Dreiging vanuit Egypte   

Maar er dreigt een groter gevaar. In 1952 wordt er in Egypte een staatsgreep gepleegd. Een groot aantal officieren neemt de macht over. Koning Faroek wordt afgezet. Tot dat jaar hadden de Engelsen nog veel te zeggen gehad in Egypte, maar dat zal nu gaan veranderen. Enkele jaren later wordt generaal Nasser de premier van het land. Deze man is fel gekant tegen de Engelsen en van de staat Israël moet hij helemaal niets hebben. In 1955 begint Egypte wapens te importeren uit Tsjechië. De regering verklaart dat Israël van de kaart geveegd moet worden.


Chaim Weizmann (kleine foto) was de eerste president van de staat Israël. Toen hij in 1952 overleed werd de beroemde wetenschapper Albert Einstein gevraagd om hem op te volgen. Einstein (links) was ook van Joodse afkomst. Hij had zich al bemoeid met de stichting van het Technion in Haifa. Maar ook was hij een van de oprichters van de Universiteit van Jeruzalem. Je ziet hem hier samen met de premier David Ben Goerion. Overigens is Einstein niet op de vriendelijke uitnodiging ingegaan...

Intussen krijgt Israël ook minder steun van de Verenigde Staten: zij verkopen wapens aan Arabische landen. Ze zijn het ook niet zo eens met de acties van de Joden tegen de fedayeen uit Jordanië. In Israël zijn ze niet zo blij met wat er in Egypte gebeurt. De Joden voelen zich in het nauw gedreven. Logisch, dat ze weer naar wapens zoeken. Maar de Amerikanen vinden dat niet nodig. Want, zeggen ze, als de Arabische landen aanvallen, kan Israël immers weinig beginnen tegen een zo grote overmacht (meer dan 20 keer!). Toch krijgt Israël wapens uit Frankrijk. En dan zegt ook Amerika zijn steun weer toe.