Een verwaarloosd land


Voor het Joodse volk was 1948 een bijzonder jaar. Na veel omzwervingen en vervolgingen kon er weer een eigen staat worden opgericht. Maar dat ging niet zonder slag of stoot. We willen eens kijken wat daaraan allemaal is voorafgegaan…

   Altijd Joden in Palestina   

De verwoesting van Jeruzalem in het jaar 70 heeft grote gevolgen gehad voor de Joodse bevolking. Velen zijn omgekomen bij de strijd tegen de Romeinen. Toch waren er zestig jaar later nog zoveel Joden, dat ze in opstand konden komen. Dat was onder leiding van Simon Bar-Kochba (“Zoon van de Ster”). Die opstand liep verkeerd af voor de Joden. Keizer Hadrianus besloot toen dat Jeruzalem een Romeinse stad moest worden. En we hadden het over het land ‘Palestina’? Om de Joden nog meer te ‘plagen’ gaf de keizer déze naam aan het land. Dit was eigenlijk de naam voor het gebied van de Filistijnen (aan de kust), een volk dat de Joden altijd vijandig gezind was. In de volgende eeuwen is het land steeds in andere handen geweest, totdat in 1517 de Turken (ook wel genoemd: de Ottomanen) er de baas werden.

   Een verwaarloosd land   

In de volgende vier eeuwen – het was op de kop af 400 jaar – hebben de Turken helaas niet zo netjes op het land gepast. Palestina was al in eerder jaren sterk verwaarloosd, doordat de Arabieren zomaar overal hun kudden lieten grazen. Pas in de 19e eeuw werd er eindelijk eens wat aan gedaan.


► Jeruzalem rond 1840 (Schilderij David Roberts)

Er waren mensen, vaak van Joodse afkomst, die veel geld overhadden voor de opbouw van het land. In die tijd was een groot deel van het land kaal, onbewoond en zag het er troosteloos uit. Geen wonder: de Turken hieven belasting op het planten van bomen. Maar er was vooruitgang. Er werden huizen gebouwd buiten de muren van Jeruzalem.

   Verlangen naar het Heilige Land   

Joden zijn in het verleden in veel landen slecht behandeld. In de tijd van de Franse Revolutie, zo rond 1800, viel het nog wel mee: op veel plaatsen kregen ze volledige burgerrechten, ze hoefden niet meer in aparte wijken (getto’s) te wonen. In Frankrijk werd zelfs aan het begin van de 19e eeuw een Joods Sanhedrin opgericht! Sommige Joden meenden ook dat ze zich wel aan de rest van de bevolking konden aanpassen. Maar lang heeft dit allemaal niet geduurd. Want op veel plaatsen ontstonden weer vervolgingen. Op Joden werd vaak neergezien omdat ze, zo zei men, Jezus hadden gekruisigd. En ze waren niet betrouwbaar. Joden hadden vaak werk in de handel, waarmee ze veel verdienden. Dat wekte weer afgunst op. Dit antisemitisme is er eigenlijk altijd al geweest. We lezen er al van in de Bijbel; denk aan Haman die de Joden wilde uitroeien. Maar ook bleef voor vele Joden Palestina het Heilige Land, waar ze naar verlangden. Niet voor niets wenste men elkaar na de Paasmaaltijd toe: “Volgend jaar in Jeruzalem!"

   De immigratie komt op gang   

In de 19e eeuw komen er steeds meer Joden naar Palestina. Vlot gaat dat allemaal niet. Er is veel geld nodig om het land weer een beetje op orde te krijgen. Veel dorpen zijn onbewoond omdat de inwoners voor de malaria zijn gevlucht. Er zijn immers veel moerassen waarin de muskieten zich geweldig kunnen vermenigvuldigen. Gelukkig zijn er geldschieters, zodat de Joden grond van de Turken kunnen kopen, vaak tegen torenhoge prijzen. In 1878 geeft de Turkse overheid de Joden toestemming zich in Palestina te vestigen. En dat is maar gelukkig ook, want kort daarna breken er in Rusland grote Jodenvervolgingen (pogroms) uit. Russische Joden komen naar het land en stichten daar, in de buurt van Jafo, de eerste stad. Die krijgt de naam Rishon LeZion (wat betekent: “Eersteling van Sion”).

De welvaart en de kwaliteit van de medische zorg nemen toe. En dát trekt weer Arabieren uit de omringende landen aan. Maar daar zal het niet bij blijven. Ook inwoners van Algerije, Griekenland, Soedan enz. weten de weg naar Palestina te vinden. Rond 1880 wonen er ongeveer 25.000 Joden in het land, de meeste in Jeruzalem. Dankzij de steun van een rijke Franse baron, die miljoenen dollars schenkt, kunnen zij met landbouwmachines de grond bewerken. Dat is in de eerste jaren een zeer moeilijk karwei. Toch verdubbelt het aantal Joden in de volgende twintig jaar, al wonen er nog maar enkele duizenden op het platteland.