Tisja be'av - Dag van rouw


Een speciale dag in het leven van de godsdienstige Joden. Een dag van herinnering aan een droevige gebeurtenis: de verwoesting van de tempel van Jeruzalem in de vijfde maand van het jaar 586 voor Chr. De mooie tempel van Salomo werd met de grond gelijk gemaakt door het leger van Nebukadnézar, de koning van Babel. Een dag dus van verdriet en rouw. Het woord tisja betekent: ‘negen’. De vijfde maand heet op de Joodse kalender: Av. De rouwdag Tisja be’av is daarom op de negende dag van de vijfde maand. Trouwens zegt de Bijbel in Jer. 52:12-13 dat dit op de “tiende dag” plaatsvond.

   Verschrikkelijke gebeurtenissen   

Na de ballingschap mochten de Joden de tempel opnieuw bouwen. Onder leiding van Zerubbabel en de hogepriester Josua werd aan de herbouw van de tempel begonnen: de voorhof, het heilige en het heilige der heiligen. Maar de tweede tempel werd niet meer zo mooi als de eerste tempel van Salomo. Koning Herodes heeft veel later nog wel allerlei verbeteringen aangebracht. Een heel karwei, dat meer dan tachtig jaar heeft geduurd. Maar het werk was nauwelijks klaar of er brak een opstand uit tegen de Romeinen! En in het jaar 70 na Chr. werd ook dit gebouw verwoest door de Romeinen.


► De verwoesting van Jeruzalem in het jaar 70 (Schilderij David Roberts)

Meer dan 60 jaar later kwamen de Joden opnieuw in verzet tegen de Romeinen. Hun leider was Bar Kochba. Maar helaas: op Tisja be’av van het jaar 135 na Chr. werd het Joodse leger vernietigend verslagen!

Opmerkelijk: in het jaar 1492 werden op diezelfde dag de Joden uit Spanje verdreven.

Elk jaar op Tisja be’av, de negende van de maand Av, denkt het Joodse volk terug aan deze (en nog andere) opmerkelijke en aangrijpende gebeurtenissen!

   Tisja Be'av in deze tijd   

Het rouwen begint op de voorafgaande dag. Er wordt gelezen uit de boekrollen van Job en Klaagliederen. Al vroeg in de middag wordt er gegeten. Want aan het einde van de middag begint het vasten. Dan mag er 24 uur lang niet meer gegeten en gedronken worden. Tijdens de maaltijd wordt er in stilte gegeten; niemand praat meer. De mensen zitten - als teken van rouw - op de grond of op lage stoelen. Zelfs het gebed wordt niet hardop uitgesproken.

Als de avond begint, start ook de rouwdag. ‘s Avonds gaan de mensen naar de synagoge. In het gebouw branden maar een paar lampen. In het schemerdonker wordt teruggedacht aan de donkere dagen voor het Joodse volk. Het gebed wordt met een klagende stem uitgesproken. De voorlezer leest met zachte stem de hoofdstukken van Klaagliederen voor. De slotverzen van ieder hoofdstuk worden telkens met een iets luidere stem gelezen. Bij het voorlaatste vers van Klaagliederen 5 valt de hele gemeente de voorlezer klagend en schreeuwend bij: “HEERE, bekeer ons tot U, zo zullen wij bekeerd zijn; vernieuw onze dagen als vanouds.” Een schuldbelijdenis in tijden van rouw.

   En wij?   

Het is ook voor ons een les. Al het verdriet in de wereld is er vanwege onze zonden. Wat is het een goede plaats om in moeilijke en verdrietige tijden onze handen te vouwen en te bidden tot God. Dan wijst de beschuldigende vinger niet naar God maar naar onszelf. Wij hebben gezondigd en verdienen de straf. Als wij onze schuld voor God belijden, dan zal de Heere ook troost geven.

Troost, troost Mijn volk, zal ulieder God zeggen. Spreekt naar het hart van Jeruzalem en roept haar toe, dat haar strijd vervuld is, dat haar ongerechtigheid verzoend is, dat zij van de hand des HEEREN dubbel ontvangen heeft voor al haar zonden.” (Jes. 40:1-2). Dan wordt een rouwdag een dag van blijdschap!

   Weet je dat...   

  • men op Tisja be’av zelfs geen water mag drinken?
  • op deze rouwdag geen sieraden gedragen mogen worden?
  • er in de drie weken vóór Tisja be'av ook geen huwelijken worden gesloten?